Archief van
Tag: omgaan met ouderdom

Uit het leven gegrepen

Uit het leven gegrepen

Nieuwjaarswandeling 2022 aan de kust

Starten aan zee

Het nieuwe jaar was voor mij veelbelovend begonnen. Ik had er alle vertrouwen in. Ik zat goed in mijn vel. Met onze twee zonen reisden we op de eerste dag van het jaar af naar Haarlem. We pikten mijn jongste broer op en gingen daarna naar Parnassia aan Zee. Heerlijk om het jaar te beginnen aan zee. Voor mij – ik ben geboren en getogen in Haarlem – iets waar ik blij van word. Na een mooie wandeling over het strand en door de duinen kwamen we bij mijn moeder aan. Sinds het overlijden van mijn vader in 2009 woonde ze er alleen. Ze woonde nog altijd zelfstandig thuis op haar achtentachtigste. Hoewel, zelfstandig? Mijn jongste broer kookte sinds haar laatste val en verblijf in het verpleeghuis dagelijks voor haar. Ze had thuiszorg en praktische hulp van de kinderen. Tenminste, voor zover ze dat toeliet. Mijn moeder was daar niet gemakkelijk in. Ze had niet zoveel vertrouwen in anderen. En dat maakte ook mijn band met haar niet gemakkelijk.

Leven met beperkingen

Ze was een paar maal gevallen met een breuk tot gevolg. En moest daarna een revalideren in het verpleeghuis. Het was de bedoeling dat ze er thuis verder mee aan de slag ging. Maar dat deed ze amper. Haar mobiliteit nam ernstig af en ze kwam vrijwel niet meer buiten. Ze had ook weinig adem: een longprobleem dat niet opgelost kon worden. Op termijn zou ze aan de zuurstof moeten. Met deze handicaps woonde ze in het huis waar ze eind jaren 50 met mijn vader was ingetrokken. Een heel onpraktisch huis met veel trappen. Na de eerste botbreuk hadden wij als kinderen het laten voorzien van een traplift. Dat hielp. Maar veel comfort was er niet.

Machteloosheid

Vaak maakte ik mij zorgen om haar. Maar (vrijwel) even vaak wees ze hulp of meedenken af. En ook op die eerste dag van het jaar merkte ik het weer: ik mocht niks voor haar doen. Ze was erg kortademig en nogal afwezig. ‘Zou u niet eens een afspraak met de longarts maken?’ opperde ik. Maar ze vond dat niet nodig. In de auto naar huis en later die week voelde ik me verdrietig: zo machteloos. Je wilt je moeder niet zo achterlaten. Je wilt dat ze de zorg krijgt die ze nodig heeft. Maar als ze niet wil, dan wil ze niet. Vrijdags sprak ik met mijn oudste zus. Ook zij maakte zich zorgen. We bedachten dat we misschien via de huisarts een ingang bij haar konden vinden. Maar als ze aan de zuurstof zou moeten dan zou dat het einde betekenen van thuis wonen. En verhuizen wilde ze voor geen goud. Mijn jongste broer ging er met haar over praten. De huisarts mocht langskomen. Maar dat bleek de dag erna niet meer nodig te zijn.

Niet nòg eens

Zondagmorgen 9 januari werd ik door hem gebeld. Hij vertelde: ‘Mamma is overleden.’ Ze was die morgen door de zorghulp gevonden. Ze lag half op bed. Ze was zich aan het omkleden geweest. Vredig lag ze daar met haar ogen en mond gesloten en een vriendelijke uitstraling op haar gezicht. Het was over. Volgens de schouwarts had ze geen pijn gehad. Naar mijn gevoel was dit een genadige dood. Haar was veel leed bespaard: niet nòg eens een val en nòg een keer een pijnlijke breuk en nòg eens naar het ziekenhuis en verpleeghuis.

De tijd staat stil

Plotseling staat zo de tijd voor mij stil. Ineens staan de plannen die ik gemaakt had op afstand. Even weet ik het niet. Wat ga ik dit kwartaal doen? Waarvoor heb ik de energie en de inspiratie? Ik weet het niet. Door vrienden en familie te spreken begin ik al weer wat meer te zien wat er in mijzelf omgaat. En ik heb een grijzig gevoel dat rouw is. Maar ik voel me ook rustig. Ik had een nogal gecompliceerde relatie met mijn moeder. En ik voel dat er voor haar rust is gekomen. De rust en vrede die ik haar ook in leven zo gunde. Maar wat haar overlijden nu voor mij betekent? Ik weet het niet. De tijd zal het mij leren.

Vertrouwen

Ik ben toch wel weer aan het werk, maar anders. Ik begeleid een man van bijna 93 jaar die waarschijnlijk binnenkort gaat overlijden. Met hem heb ik al een paar jaar persoonlijke begeleidingsgesprekken. Voor hem was de aanleiding voor deze gesprekken een vraag of ik als hij zou sterven zijn uitvaart wilde doen. Maar al tijdens het eerste gesprek merkte hij dat hij vooral over zijn leven wilde praten. We spraken vaak over wat zijn leven de moeite waard maakte: vooral het ervaren van verbonden te zijn met anderen, in het bijzonder met zijn kinderen en ook met zijn ex-vrouw met wie hij na jaren nog steeds contact had. Over de pijnlijke kanten van zijn leven durfde hij ook te spreken. Hij vertrouwde mij volledig – zo anders dan mijn moeder die zich nooit bloot gaf. Het hielp hem zijn relaties te verbeteren. En ook lukte het hem om beter om te gaan met de toenemende beperkingen die zijn hoge ouderdom met zich meebracht. En samen waren we ook in gesprek over zijn zoeken naar wat geloven in God voor hem betekende. Hij was ermee opgegroeid en het had hem nooit losgelaten, maar geloven was voor hem niet meer aan de kerk en dogma’s gekoppeld. Tot nu toe heb ik hem kunnen steunen omdat ook ik mij verbonden voel met God en hem/haar als IK BEN ER ervaar. Juist nu hij zijn einde voelt naderen heeft hij aan die nabijheid behoefte.

Uit het leven gegrepen

Het gebeurde mijn moeder en ook mijn cliënt verwacht binnenkort te sterven. Een overgang naar de vrede. En ikzelf ben aan het doen wat mij ook vrede geeft. Gesprekken, stilte, wandelen, wat opruimen en het afmaken van een kleine Moeder-Gods-icoon en het opzetten van een nieuwe icoon. Daarmee bezig zijn werkt als balsem voor mij ziel. Zo is God als Liefde in mijn leven aanwezig.

Moeder Gods Icoon gemaakt door Annet Hogenbirk
7×14,5 cm, 23 krt. goud, eitempera op hout